Wat is de WSA?

De Whole School Approach voor duurzame ontwikkeling ondersteunt onderwijsprofessionals bij het verankeren van duurzaamheidsvraagstukken in de verschillende domeinen van de onderwijsorganisatie.

Er wordt niet alleen gekeken naar duurzaamheid in het curriculum, in de pedagogisch-didactische aanpak en in de bedrijfsvoering, maar ook naar hoe duurzaamheid terugkomt in de professionele ontwikkeling van onderwijsmakers en ondersteuners én hoe plekken en organisaties in de omgeving van de onderwijsinstelling kunnen bijdragen bijdragen. De Whole School Approach kan worden ingezet voor alle typen onderwijs, van basisschool tot universiteit. Het beeld dat de Whole School Approach gebruikt is een bloem. De bloembladen zijn de domeinen van de onderwijsorganisatie waarop verandering plaats kan vinden. Het hart van de bloem is de visie. Dit is de plek waar alle bloembladen met elkaar verbonden worden. Op deze pagina wordt elk domein van de Whole School Approach verder toegelicht.

WSA wheel text Dutch


In de integrale Whole School Approach benadering dragen alle domeinen bij aan de vraag hoe we de transitie richting een sociale en groene wereld kunnen maken. De zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties laten zien welke vraagstukken we hiervoor bij de kop moeten pakken. De doelen werden in 2015 door alle landen van de VN ondertekend als dé uitdagingen waar we in onze tijd voor staan. De Whole School Approach helpt om praktische invulling te geven aan de zeventien Sustainable Devlopment Goals.

 

SDG Poster 2019

Visie

Waarom en waartoe leren we?

Het hart van de Whole School Approach gaat over de visie en de vraag wat we met ons onderwijs willen bereiken. De visie gaat enerzijds over de verantwoordelijkheid als onderwijsorganisatie richting leerlingen en studenten en hun ontwikkeling als mens, burger en professional. Anderzijds gaat het over de verantwoordelijkheid die we als organisatie voor elkaar en voor de aarde willen nemen en daarin aansluiting te vinden bij de maatschappelijke context van deze tijd. 

De visie overlapt met alle vijf bloembladen en gaat dus niet alleen over het curriculum, maar ook over werkgeverschap, huisvesting en de relatie met plekken in de omgeving. Daarnaast hoort bij visie ook de ethiek van de organisatie. Door met een brede groep collega’s, leerlingen en studenten en andere betrokkenen zoals ouders of omliggende bedrijven invulling te geven aan het toekomstbeeld van de onderwijsorganisatie, ontstaat een gemeenschappelijk gedeelde ‘stip op de horizon’: een ambitie die samen gerealiseerd wordt. Zo’n visie inspireert en geeft houvast om invulling te geven aan onderwijs voor duurzame ontwikkeling. Hierbij is het belangrijk om op gezette tijden deze visie tegen het licht te houden. Duurzaamheidsvraagstukken zijn complex en in onze snel veranderende wereld ontstaan voortdurend nieuwe kennis en inzichten. Een lerende onderwijsorganisatie is in staat een visie levend te houden en deze indien nodig bij te stellen. Bekijk de tools ...

VisieWSA-logo

Curriculum

Wat leren we?

Het bloemblad curriculum draait om de inhoud van de lessen die wij onze leerlingen en studenten aanbieden. Het curriculum wordt gebaseerd op de landelijk vastgestelde kerndoelen van het ministerie van OCW. Als onderwijsorganisatie heb je vanuit je onderwijsvrijheid de ruimte om daar zelf invulling aan te geven. Duurzaamheidsvraagstukken zijn complex en hangen met elkaar samen. Dit vraagt om een integrale benadering en om het zoeken naar oplossingen vanuit verschillende perspectieven. Daarom is het belangrijk dat duurzaamheid niet alleen wordt behandeld tijdens enkele lessen of colleges, maar in het hele curriculum tot uitdrukking komt.

Vragen waarmee je kunt starten om dit te bewerkstelligen zijn: hoe willen wij dat de inhoud van het onderwijs eruitziet, op basis van onze visie? Welke kennis en vaardigheden vinden wij belangrijk? Maar ook: wat willen jongeren zelf leren over duurzaamheid? Wat is voor hen betekenisvol en hoe sluiten kennis en vaardigheden aan op hun belevingswereld? Bij het invullen van je curriculum is het slim om te kijken hoe je deze thema’s kunt verbinden aan kerndoelen van van het ministerie van OCW. Tegelijk is het belangrijk dat je de vrije ruimte die je als onderwijsorganisatie hebt gaat benutten. Bekijk de tools ...

CurriculumWSA-logo

Omgeving

Met wie leren we?

Het bloemblad omgeving draait om het samenwerken met externe partijen in de straat, wijk, gemeente of regio van het gebouw van de onderwijsorganisatie. Denk aan ouders, buurtbewoners, maatschappelijke initiatieven, lokale ondernemers en de gemeente. Steeds meer mensen en organisaties zijn bezig met duurzame ontwikkeling. Maar hoe we precies de transitie naar een duurzame wereld kunnen realiseren, is een leerproces van iedereen. De onderwijsinstelling kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren.

In elke fase is het waardevol om als onderwijsorganisatie samen te werken met de omgeving op het gebied van duurzaamheid. Als zich rond de onderwijsinstelling een samenwerkend netwerk van mensen, organisaties en bedrijven met passie en expertise op het gebied van duurzaamheid vormt, dan kunnen leerlingen en studenten samen met partners uit dit netwerk leren hoe ze het verschil kunnen maken. Als het voor de onderwijsinstelling en het omliggende netwerk nog een nieuw onderwerp is, kan het juist kansen bieden om elkaar te inspireren en kennis en ervaringen uit te wisselen. Ook kunnen partijen uit de omgeving een beroep doen op de school om leerlingen en studenten mee te laten helpen bij het oplossen van ‘echte duurzaamheidsvraagstukken’ uit de samenleving.

Naast de samenwerking met diverse partijen rond de onderwijsorganisatie gaat dit bloemblad ook over de interactie met de fysieke plekken in de omgeving, zoals de wijk of het park om de hoek. Deze plekken kunnen ingezet worden om te leren over duurzame ontwikkeling. Hoeveel groen is er in deze omgeving, en hoeveel grijs? Rijden er veel auto’s? Zijn er fietspaden? Hoeveel afvalbakken staan er? En waar zijn de recreatiemogelijkheden? Thema’s zoals mobiliteit, klimaatadaptatie en biodiversiteit komen tot leven wanneer zij in de fysieke leeromgeving van de onderwijsorganisatie worden onderzocht. Bekijk de tools ...

OmgevingWSA-logo

Professionele ontwikkeling

Van wie leren we?

Het bloemblad professionele ontwikkeling draait om wat de medewerkers van de onderwijsorganisatie moeten leren om met hun werkzaamheden bij te dragen aan duurzame ontwikkeling; van conciërge tot docent en van beleidsmaker tot directeur. Als individuele leerkracht of docent kan je je laten bijspijkeren in je inhoudelijke kennis over duurzaamheid. Maar het is ook van belang om met elkaar als team in gesprek te gaan en vragen te stellen als: wat hebben we samen in huis? Waar hebben verschillende collega’s interesse in? En welke kennis en vaardigheden missen we of hebben we behoefte aan?

De onderwijsinstelling kan het gesprek hierover stimuleren door dit onderwerp op de agenda te zetten, en bijvoorbeeld duurzaam doen en denken als thema terug te laten komen tijdens studiedagen of ontwikkelgesprekken. Daarnaast kunnen bezoeken bij regionale ondernemers of organisaties die actief met circulaire economie of met de Sustainable Development Goals aan de slag zijn heel inspirerend zijn. Verder worden zijn er talloze webinars en online colleges vindbaar waar je individueel of als team aan kan deelnemen.

Tot slot is het ook aan de afdeling personeelszaken om een rol te spelen bij specifieke bij- of nascholing. Duurzaam leren, denken en doen vraagt niet alleen om kennis over duurzaamheidsvraagstukken, het vereist ook competenties zoals netwerken opbouwen, systeemdenken en het ontwikkelen van een bepaalde didactische creativiteit. Bekijk de tools ...

Professionele ontwikkelingWSA-logo

Gebouw en bedrijfsvoering

Waar leren we?

Het bloemblad gebouw en bedrijfsvoering draait om de fysieke leeromgeving. Hoe kunnen het gebouw en de bedrijfsvoering van de schoolorganisatie bijdragen aan duurzaamheid? Hoe kan het gebouw een inspirerende plek zijn om te leren? Welke keuzes, maatregelen of metingen kun je maken als het gaat om duurzaamheid?

Van energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame materialen tot gezonde binnenruimtes, groene schoolpleinen en groene daken: de fysieke ruimte van een onderwijsorganisatie geeft kansen om de instelling op verschillende manieren praktisch duurzamer in te richten. Denk aan hergebruik van materialen, duurzame bouw, energieneutrale bedrijfsvoering, of een duurzaamheidstoets in inkoopbeleid.

Een onderwijsorganisatie kan een omgeving zijn die niet alleen duurzaam functioneert, maar dit ook duidelijk zichtbaar maakt voor leerlingen, studenten, personeel en omgeving. Het visualiseren en toelichten van de duurzame keuzes in het gebouw is daarbij van belang. Denk bijvoorbeeld aan informatieborden met afbeeldingen die uitleg geven over gescheiden afvalbakken, zonnepanelen of het groene schoolplein en betrek leerlingen in de les bij het maken daarvan. Het gebouw biedt leerlingen en studenten de kans om actief betrokken te zijn bij het onderhoud en de ontwikkeling van hun leeromgeving. Zo leren ze in de praktijk hoe duurzaamheid werkt. Bekijk de tools ...

Gebouw en bedrijfsvoeringWSA-logo

Pedagogiek en didactiek

Hoe leren we?

Het bloemblad pedagogiek en didactiek draait om hoe de manier van lesgeven kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Dit doet een bijzonder appèl op leerkrachten en docenten. Het is belangrijk om met elkaar te bespreken hoe je daar als individu tegenaan kijkt en hoe je elkaar als team hierin kunt spiegelen en versterken. Deze complexe tijd waarin veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen, vraagt om didactische vormen die de nieuwsgierigheid en de motivatie van jongeren prikkelen en vasthouden. Hoe organiseer je dat als school?

Pedagogiek gaat over relatie van de leerkracht of docent met de leerlingen of studenten.  Hoe draag je als onderwijsprofessional bij aan de ontwikkeling van leerlingen en studenten als mens? Het gaat niet alleen om wát je onderwijst, maar hóé je dat doet: met aandacht, betrokkenheid, en het vermogen om een veilige en betekenisvolle leeromgeving te creëren. Binnen de context van duurzaamheidsvraagstukken betekent dit ook: leerlingen en studenten benaderen met een open, nieuwsgierige houding. Wie onderwijs geeft over een duurzame wereld, moet zelf het goede voorbeeld geven. Geloofwaardigheid ontstaat wanneer je laat zien dat je handelt naar de waarden die je overbrengt. Tegelijkertijd vraagt pedagogisch handelen ook om dialoog—luisteren naar wat leerlingen belangrijk vinden, ruimte geven aan hun perspectieven, en samen betekenis geven aan duurzame thema’s.

Didactiek gaat over de manier waarop je het leren vormgeeft: de werkvormen, leeractiviteiten en leeromgeving die je inzet om leerlingen actief te betrekken bij het leerproces. In het licht van duurzaamheidsvraagstukken betekent dit: leerlingen de ruimte geven om te onderzoeken wat zij belangrijk vinden, én hen begeleiden in het ontwikkelen van vaardigheden om in actie te komen voor een duurzame toekomst. Leren voor de toekomst vraagt om andere didactiek en competenties dan het traditionele onderwijs. Duurzaamheid is niet alleen een inhoudelijk thema, maar ook een instrument om een nieuwe vorm van leren in te voeren. Denk aan onderzoekend en ontwerpend leren, projectonderwijs, samenwerken aan echte vraagstukken, en leren buiten de muren van het klaslokaal. Zo stimuleer je eigenaarschap, kritisch denken en handelingsbekwaamheid—vaardigheden die leerlingen nodig hebben in een wereld in transitie. Bekijk de tools ...

Pedagogiek en didactiekWSA-logo
Zoek per WSA-domein