voor duurzame ontwikkeling

Inleiding

Jongeren, bedrijven en overheden in de regio, landelijk en internationaal… steeds meer mensen zijn zich bewust dat de 21e eeuw een omslag vereist in de manier waarop we met elkaar en de aarde om gaan. Hoe kunnen we bouwen aan een circulaire economie en een duurzame samenleving? Aan een toekomstwaardige wereld?

Ook steeds meer scholen stellen zich de vraag hoe zij het leren voor duurzame ontwikkeling een plek kunnen geven in het onderwijs. Hoe veranker je duurzaam doen en denken op zo’n manier dat dit meer wordt dan het werk van individuele enthousiastelingen en de school duurzaam denken en doen structureel in het DNA krijgt?

Experts en onderwijsmakers met verschillende achtergronden ontwikkelden dit basisdocument voor een Whole School Approach (WSA) voor duurzame ontwikkeling. De WSA is een integrale aanpak waarbij alle domeinen die van invloed zijn op het leren, bijdragen aan de vraag hoe we de transitie richting een sociale en groene wereld kunnen maken.

De zeventien Sustainable Development Goals (SDG’s) van de VN laten zien welke vraagstukken we hiervoor bij de kop moeten pakken. De SDG’s werden in 2015 door alle landen van de Verenigde Naties ondertekend als dé uitdagingen waar we in onze tijd voor staan. Beleid op allerlei terreinen en niveaus richt zich op realisatie van deze doelen, maar willen we hier in 2030 een stevige stap in hebben gemaakt dan is het ook aan ons als burgers en professionals om te leren hoe we een bijdrage aan kunnen leveren.

De Whole School Approach (WSA) voor duurzame ontwikkeling ondersteunt scholen om de complexiteit van en de samenhang tussen duurzaamheidsvraagstukken een vaste plek te geven.

Niet alleen in het curriculum, de pedagogisch-didactische aanpak en de bedrijfsvoering, maar ook met betrekking wat wij als onderwijsmakers hier in te leren hebben én hoe de omgeving van de school hieraan kan bijdragen. Dit alles vanuit een gedeelde visie. De WSA kan worden ingezet voor alle typen onderwijs, van basisschool tot universiteit.

Naast uitleg over wat de WSA is en hoe je er mee aan de slag kunt gaan, is het doel van dit basisdocument ook om vanuit een gemeenschappelijke taal met elkaar over integrale, structurele inbedding van leren voor duurzame ontwikkeling te kunnen praten. Als schrijvers zien we dit dan ook als een ‘levend’ document. We hebben hier met een divers, deskundig en praktisch gericht team en dito klankbordgroep aan gewerkt, maar mettertijd zullen we op basis van iedereen die met de WSA aan de slag is verdiepende en vernieuwende inzichten ontwikkelen.

Verder is het goed te weten dat de coöperatie Leren voor Morgen op basis van dit document reeds een vervolgtraject is gestart, om verdere WSA- tools en handvatten te ontwikkelen. Ook voor ondersteuning kan de coöperatie worden benaderd.

We hopen dat de Whole School Approach (WSA) voor duurzame ontwikkeling jullie en jullie leerlingen en studenten helpt om met plezier te bouwen aan een groene, gezonde en gelukkige school op een vitale planeet!

Floor, Anne, Anna, Gerben, André, Jan Willem, John en Heleentje

lerenvoormorgen.org

Wat is de WSA?

De Whole School Approach voor duurzame ontwikkeling is een raamwerk dat scholen ondersteunt om onderwijs voor een duurzame toekomst vorm te geven, in samenspraak met alle belanghebbenden en geïnteresseerden in en rond de school. De WSA helpt om duurzaamheidsvraagstukken structureel en in samenhang in de schoolorganisatie te integreren.

De WSA gebruikt een bloem als beeld. De bloembladen zijn de domeinen waarop verandering plaatsvindt. Het hart van de bloem is de visie van de school op onderwijs in de context van de 21e eeuw. Dit is de plek waar alle bloembladen met elkaar verbonden worden. De context van de WSA zijn de 17 Sustainable Development Goals.

Waarom is de WSA nodig?

De WSA helpt om duurzame ontwikkeling te verankeren in alle domeinen die van invloed zijn op het leren. Op deze manier worden leerlingen en studenten vanuit alle bloembladen van de WSA gevoed en gestimuleerd om duurzaam te leren denken en handelen. Aandacht voor duurzame ontwikkeling wordt vanzelfsprekend. De school legt zo de basis gelegd voor een duurzame houding en leefstijl.

De WSA helpt scholen om met elkaar – jongeren, docenten, management, onderwijsondersteuners en betrokkenen rondom de school – de juiste vragen te stellen en zo te komen tot een plek waar duurzaamheid geleefd wordt. Dit raamwerk is een uitnodiging om te ontdekken welke bijdrage jullie als school kunnen leveren aan de transitie richting een duurzame samenleving.

Hoe werkt de WSA?

Elke school kan op een eigen manier vormgeven aan de WSA. Het raamwerk biedt ruimte om duurzaam doen en denken dáár te starten waar de school op dit moment mee bezig is: of dit nu het verduurzamen van de kantine is, het opbouwen van een netwerk met duurzame koplopers in de regio of het verduurzamen van het curriculum. De WSA geeft ruimte om per onderdeel aan de slag te gaan, zonder de samenhang uit het oog te verliezen.

In dit basisdocument beschrijven we de vijf bloembladen en het hart van de bloem aan de hand van startvragen die het gesprek tussen alle betrokkenen op gang kunnen brengen, waarbij we beginnen bij het hart. Dit zijn de vragen die ook in de afbeelding te vinden zijn. Bij iedere startvraag onderscheiden we een aantal deelvragen en trefwoorden die het gesprek verder kunnen helpen.

Visie

Waarom en waartoe leren we?

Het hart van de WSA gaat over visie en de vraag wat we met ons onderwijs willen bereiken. De visie gaat enerzijds over de verantwoordelijkheid als school richting de jongeren en hun ontwikkeling als mens, burger en professional. Anderzijds gaat het over de verantwoordelijkheid die we als school voor elkaar en voor de aarde willen nemen en om daarin aansluiting te vinden bij de maatschappelijke context van deze tijd.

Door met een brede groep collega’s, jongeren en andere betrokkenen zoals ouders of bedrijven invulling te geven aan het toekomstbeeld van de school ontstaat een gemeenschappelijk gedeelde ‘stip op de horizon’; een ambitie die samen gerealiseerd wordt. Zo’n visie inspireert en geeft houvast om invulling te geven aan onderwijs voor duurzame ontwikkeling.

Hierbij is het belangrijk om op gezette tijden stil te staan en deze visie tegen het licht te houden. Duurzaamheidsvraagstukken zijn complex en in onze snel veranderende wereld ontstaan voortdurend nieuwe kennis en inzichten. Een lerende school is in staat een visie levend te houden en deze indien nodig bij te stellen.

Vragen om met elkaar te bespreken

  • Wat vinden we met elkaar belangrijk als we het hebben over een duurzame samenleving?
  • Welke bijdrage willen wij met ons onderwijs leveren aan de transitie richting een duurzame samenleving?
  • Welke concrete doelen stellen wij ons om onze visie te realiseren? En op welke termijn?
  • Hoe betrekken we onze leerlingen en andere belanghebbenden bij het opstellen van onze visie?
  • Hoe zorgen we voor een levende visie, waarbij we, samen met jongeren en andere belanghebbenden geregeld reflecteren op ambitie en doelen?

 

Trefwoorden

  • Sustainable Development Goals
  • Iedereen denkt en doet mee om de visie op te stellen
  • De visie motiveert, inspireert en verbindt
  • Impact op jongeren en hun ontwikkeling
  • Impact op een duurzame samenleving en planeet

Curriculum

Wat leren we?

Duurzaamheidsvraagstukken zijn complex en hangen met elkaar samen. Dit vraagt om een integrale benadering, en om vanuit verschillende perspectieven naar oplossingen te zoeken. Daarom is het belangrijk dat leren voor duurzame ontwikkeling in het hele curriculum tot uitdrukking komt.

Dit begint bij de vraag: hoe willen wij dat de inhoud van het onderwijs eruitziet, op basis van onze visie? Welke kennis en vaardigheden vinden wij in deze belangrijk? Maar ook: wat willen jongeren hier zelf over leren? Wat is voor hen betekenisvol en hoe sluiten kennis en vaardigheden aan op hun belevingswereld? Wanneer dit helder is kan er gebouwd worden aan een curriculum waarin leren voor duurzame ontwikkeling geïntegreerd is.

Vragen om met elkaar te bespreken

  • Welke duurzaamheidsthema’s vinden wij belangrijk en komen al structureel aan bod in ons onderwijs?
  • Wat willen jongeren over duurzaamheid leren?
  • Hoe kunnen we de samenwerking tussen verschillende vakken bevorderen?
  • Hoe zorgen we dat we steeds de verbinding maken met de belevingswereld van jongeren en de actualiteit?
  • Welke vragen uit de bedrijfsvoering van de school kunnen we verbinden met het curriculum?

Trefwoorden

  • SDGs
  • Interdisciplinair en samenhang
  • Samenwerking met externe belanghebbenden
  • Betekenisvol
  • Flexibel en actueel

Pedagogiek en didactiek

Hoe leren we?

Opgroeien en opvoeden in de 21e eeuw doet een bijzonder appèl op docenten. Het is belangrijk om met elkaar te bespreken hoe je daar als individu tegenaan kijkt en hoe je als team elkaar daarin kunt spiegelen en versterken. Deze complexe tijd, waarin veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen, vraagt bovendien om didactische vormen die de nieuwsgierigheid en de motivatie van jongeren prikkelen en vasthouden. Hoe organiseer je dat als school?

Pedagogiek gaat over de eigen houding als docent, over aandacht, over voorleven, over verbinding maken. In het licht van duurzaamheidsvraagstukken gaat het ook over de vraag hoe je leerlingen en studenten open en nieuwsgierig tegemoet kunt treden.  

Onder didactiek verstaan we de manier van lesgeven. Welke werkvormen gebruik je en hoe creëer je een leeromgeving waarin leerlingen kunnen verkennen wat zij belangrijk vinden en kunnen oefenen met in actie komen voor een duurzame wereld?

Vragen om met elkaar te bespreken

  • Wat houdt jongeren bezig en hoe geven we daar op betrokken wijze aandacht aan?
  • Hoe helpen we onze leerlingen en studenten om te ontdekken wat er in de wereld speelt?
  • Hoe creëren we ruimte voor jongeren om te ontdekken welke bijdrage zij kunnen en willen leveren aan een duurzame wereld?
  • Hoe stimuleren we in dit opzicht de creativiteit, ondernemendheid en talenten van jongeren?
  • Wat vraagt dit van onze houding als docent en als team?

Trefwoorden

  • Aandacht en voorleven
  • Ervaringsgerichte werkvormen
  • Nieuwsgierigheid, creativiteit
  • Actief, ondernemend, innovatief
  • Open en lerend leiderschap

Gebouw en bedrijfsvoering

Waar leren we?

Afstemming tussen de visie en de leeromgeving is belangrijk om leren voor duurzame ontwikkeling tot leven te brengen. Hoe ervaren gebruikers van het gebouw, het plein, de kantine en de lokalen dat duurzaam denken en doen ertoe doet?  Dit kan op veel manieren. Denk aan duurzame energie, recycling, een gezonde, duurzame kantine, een reparatiewerkplaats en lokalen en pleinen met veel groen. Zo ontstaat een school die duurzaamheid ademt.

Ook in beleid- en bedrijfsvoering laat je als school zien welke waarden jullie nastreven. Denk aan het faciliteren van duurzaam vervoer, groene ICT, circulair bouwen of renoveren en het hanteren van duurzaamheidscriteria bij het aangaan van contracten rond inkoop, energie of schoonmaak.

Daarbij is het ook de uitdaging om concrete duurzaamheidsopgaves van de schoolorganisatie te verbinden met het curriculumonderwijs, door leerlingen en studenten mee te laten denken, leren en helpen realiseren. Naast deze voorbeelden zie je op scholen ook aandacht voor sociale aspecten van duurzaamheid. De eerdergenoemde Sustainable Development Goals gaan immers ook over bijvoorbeeld participatie, gelijkheid, inclusie en het omgaan met diversiteit.

Vragen om met elkaar te bespreken

  • Waar wordt in het gebouw en in de bedrijfsvoering al gewerkt aan duurzaamheid?
  • Hoe communiceren we wat we doen naar jongeren, (nieuwe) collega’s en bezoekers?
  • Welke kansen bieden ons gebouw en onze bedrijfsvoering voor verbinding met het onderwijs?
  • Hoe kunnen we actief de ambities en wensen van leerlingen en studenten ophalen en hen betrekken bij het verduurzamen van de bedrijfsvoering en het gebouw.
  • Hoe wegen we investeringen af en zorgen we voor een transparante communicatie over beslissingen?

Trefwoorden

  • Duurzaamheid zichtbaar, voelbaar en herkenbaar, bijvoorbeeld met hulp van de SDG-iconen
  • Jongeren actief betrekken bij de implementatie van duurzaamheid in bedrijfsvoering
  • Inspirerende leeromgeving
  • Borgen van de visie in alle onderwijsondersteunende processen
  • Huisvesting en vastgoed, onderhoud en beheer

Professionele ontwikkeling

Van wie leren we?

Naast vragen wat, hoe en waar jongeren leren, speelt ook de vraag wat we zelf als onderwijsmakers moeten leren. Het bloemblad ‘professionele ontwikkeling’ richt zich op alle medewerkers in de school, van conciërge tot docent en van beleidsmaker tot directeur.

Als individuele docent kan je je laten bijspijkeren in je kennis over en je vaardigheden voor duurzame ontwikkeling, Maar ook is het van belang om met elkaar als team in gesprek te gaan: wat hebben jullie samen in huis, waar hebben verschillende collega’s interesse in en wat voor kennis en skills missen jullie of waar hebben jullie behoefte aan?

De onderwijsinstelling kan het gesprek hierover stimuleren door dit onderwerp op de agenda te zetten, en duurzaam doen en denken als thema bijvoorbeeld terug te laten komen tijdens studiedagen of bij ontwikkelgesprekken. Daarnaast kunnen bezoeken bij regionale ondernemers of organisaties die actief met circulaire economie of met de Sustainable Development Goals aan de slag zijn heel inspirerend zijn. Verder worden er tegenwoordig talloze webinars en online colleges georganiseerd waar je individueel of als team aan kan deelnemen.

Tot slot is het ook aan de afdeling personeelszaken om een rol te spelen bij specifieke bij- of nascholing. Duurzaam leren denken en doen vraagt niet alleen om kennis over duurzaamheidsvraagstukken. Het vereist ook docentcompetenties zoals netwerken opbouwen, systeemdenken en het ontwikkelen van een bepaalde didactische creativiteit.

Vragen om met elkaar te bespreken

  • Welke kennis, vaardigheden en talenten hebben we al in huis?
  • Hoe kunnen we elkaar versterken in onze professionaliteit voor duurzame ontwikkeling?
  • Zijn we up-to-date wat betreft de duurzame ontwikkelingen in ons vakgebied?
  • Hoe bespreken we als team met elkaar de maatschappelijke ontwikkelingen en de impact hiervan op ons onderwijs?
  • Hoe organiseren we als team structureel de ruimte om met elkaar te praten over wat jongeren bezighoudt en wat de wereld in deze tijd van hen vraagt?

Trefwoorden

  • Individueel en gezamenlijk
  • Bij- en nascholing
  • Inspirerend en deskundig team
  • HRM
  • Reflectie

Omgeving

Met wie leren we?

Steeds meer mensen, waaronder ondernemers en overheden zijn bezig met duurzame ontwikkeling. Iedereen weet waarom dit belangrijk is, maar hoe we precies de transitie van een niet-duurzame naar een duurzame wereld kunnen realiseren is een leerproces van iedereen. De school kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Om die reden speelt de verbinding van de school met de samenleving een belangrijke rol in de WSA.

Leerlingen en studenten leren met partners uit de omgeving hoe ze het verschil kunnen maken.

Rond de school vormt zich een netwerk van mensen, organisaties en bedrijven met passie en expertise op het gebied van duurzaamheid. Denk aan ouders, buurtbewoners, maatschappelijke organisaties, lokale ondernemers en de gemeente. De omgeving kan ook een beroep doen op de school om jongeren mee te laten helpen bij het oplossen van duurzaamheidsvraagstukken.

Maar niet alleen de sociale omgeving rond de school biedt mogelijkheden voor leren voor duurzame ontwikkeling, ook het fysieke landschap en de interactie met de ruimte en de plek waar we zijn creëert kansen voor betekenisvol leren. Dit gaat over de vraag: waardoor leren we? Kennis gebaseerd op ervaring is een belangrijke bouwsteen voor leren voor duurzame ontwikkeling. 

Een omgeving roept zintuigelijke ervaringen op – comfort of weerstand, mogelijkheden of begrenzing. Zulke ervaringen kunnen leiden tot meer verbondenheid en daarmee, wellicht, tot de bereidheid om meer zorg te dragen voor de wereld om ons heen.

Vragen om met elkaar te bespreken

  • Hoe ziet ons netwerk eruit en hoe vergroten we dit richting partners die mee willen leren voor duurzame ontwikkeling?
  • Wat hebben wij en onze leerlingen en studenten onze partners te bieden en vice versa?
  • Hoe zorgen we dat we als school eenvoudig te benaderen zijn voor bedrijven en organisaties in de regio?
  • Bieden we jongeren structureel ruimte om de buurt en de wijdere omgeving van de school te ervaren en te onderzoeken?
  • Hoe organiseren we dat we structureel naar buiten gaan?

Trefwoorden

  • Think globally, act locally: hoe beïnvloedt ons handelen hier en nu de wereld elders en de wereld na ons
  • Netwerk met diverse partners
  • Betekenisvol, ontdekkend leren
  • Samen oplossingen vinden voor duurzame vraagstukken
  • Naar buiten gaan

Nawoord

We staan aan het begin van the decade of transformation: het decennium waarin we als mondiale gemeenschap hebben afgesproken om samen de schouders te zetten onder de Sustainable Development Goals (SDG’s).

Door steeds meer mensen wordt de urgentie om met deze doelen aan de slag te gaan erkend. Ook het onderwijs kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. SDG 4, in het bijzonder 4.7, zet hierop in:

“[We willen] tegen 2030 zorgen dat alle leerlingen kennis en vaardigheden verwerven die nodig zijn om duurzame ontwikkeling te bevorderen, onder andere via vorming omtrent duurzame ontwikkeling en duurzame levenswijzen, mensenrechten, gendergelijkheid, de bevordering van een cultuur van vrede en geweldloosheid, wereldburgerschap en de waardering van culturele diversiteit en van de bijdrage van de cultuur tot de duurzame ontwikkeling.”

Een dergelijk groots doel bereik je niet als duurzaam onderwijs uitsluitend wordt benaderd als kennisdomein voor specifieke uitdagingen rond bijvoorbeeld energie, grondstoffen, klimaat of voedsel. Duurzaam onderwijs richt zich veel breder op het ontwikkelen van kennis, vaardigheden, houding en waarden die nodig zijn om een duurzame toekomst te scheppen.

Onderstaand citaat van Arjen Wals, hoogleraar Transformatief leren voor sociaal-ecologische duurzaamheid, geeft een beeld van hoe duurzaamheid kan dienen als katalysator voor onderwijsvernieuwing:

“Duurzaamheid in onderwijs betekent niet een extra boek op de al volle plank. Feitelijk zou duurzaamheid een katalysator van onderwijsvernieuwing moeten zijn die leidt tot goed onderwijs en leerlingen in staat stelt gelukkig te leven binnen verantwoorde ecologische, economische, ethische en sociale grenzen. De opgave is een schoolklimaat te creëren waarin duurzaamheid in de genen zit, ofwel; waarin duurzaamheid de ‘default’ (normaalwaarde) is in plaats van onduurzaamheid, zoals nu vaak het geval is.”

Sinds de lancering van het Global Action Plan for ESD (Education for Sustainable Development) door UNESCO en in het nieuwe ‘ESD for 2030’ wordt daarvoor internationaal een schoolbrede, integrale aanpak aanbevolen: een whole school approach (WSA) voor duurzame ontwikkeling. Sinds enkele jaren krijgt de WSA in Nederland meer aandacht, onder andere naar aanleiding van het NRO-onderzoek De hele school door een groene bril (2019), waar meerdere scholen in participeerden.

Verschillende organisaties en initiatieven in Nederland maken inmiddels gebruik van dit gedachtegoed. Het ontbrak echter nog aan een gemeenschappelijke taal, stip op de horizon en praktisch instrumentarium om het onderwijs goed van dienst te zijn. Tijdens de ledenbijeenkomst van de coöperatie Leren voor Morgen in 2019 kozen de aanwezigen er daarom voor om één gezamenlijke doorbraak te realiseren in 2020: het uitwerken van de WSA als praktisch instrument voor de integrale verankering van duurzaamheid (ofwel de SDG’s) in het onderwijs.

Op basis van een uitvraag door het bureau van de coöperatie onder de leden werd er een projectgroep gevormd. Doel was om een gemeenschappelijke taal rond de WSA neer te zetten en aan een strategie te werken, zodat we gezamenlijk de beweging rond het integraal verankeren van duurzaamheid in het onderwijs kunnen verstevigen en versnellen.

De projectgroep, bestaande uit Floor Coonen en Jan Willem Goes (DesignWeek@School), Anne Remmerswaal en Anna Vanderveen (SME), André de Hamer en Gerben de Vries (Duurzame PABO), John Steijns (CNME Maastricht en regio) en Heleentje Swart (Circulair Friesland | SPARK the Movement), liet zich hiervoor bijstaan door een actieve en betrokken klankbordgroep. Hieraan namen deel: Arjen Wals (WUR), Ellen Leussink (RVO), Tanja van Nes (PO-Raad), Dionne Zeldenrijk (VO-Raad), Marije van Koperen (RIVM/Gezonde School), Marieke Brugman (Nederlandse UNESCO Commissie), Hilda Weges (INTREEGUE | SustainaBul), Anouk Viegen (CNME Maastricht en regio) en Leo Bakker (Kennisnet).

Dit basisdocument is in gemeenschappelijkheid met bovengenoemde partijen en met de grootst mogelijke zorg opgesteld. De schrijvers hopen op deze manier bij te dragen aan een raamwerk waar scholen op kunnen bouwen bij het integreren van leren voor duurzame ontwikkeling in alle facetten van het onderwijs.